Psalms 92

Ik geef hem zelfs gezag over zeeën en rivieren.

1 Hij zal Mij zijn Vader noemen.
Ik zal zijn God zijn
en de rots waar hij zijn redding vindt.

2 Ik zal hem behandelen als een oudste zoon,
als een van de hoogste koningen op aarde.

3 Mijn goedheid en liefde zijn blijvend voor hem,
mijn verbond met hem kan niet meer worden verbroken.

4 Zijn nageslacht zal altijd blijven bestaan
en zijn troon is onaantastbaar.

5 Als zijn zonen mijn wetten negeren
en niet meer leven volgens mijn leefregels,

6 als zij mijn voorschriften ontwijden
en mijn geboden niet meer houden,
7zal Ik hen straffen en allerlei plagen sturen.

8 Maar mijn goedheid en liefde voor hem
blijven onveranderd, Ik blijf hem trouw.

9 En ook mijn verbond met hem
blijf Ik trouw, dat is Mij heilig.
Wat Ik heb beloofd, zal Ik doen.

10 Ik heb het immers eens bij Mij Zelf gezworen!
Ik kan David niet in de steek laten.

11 Zijn nageslacht zal altijd voortleven
en zijn troon is onwankelbaar, net als de zon.

12 Net als de maan zal hij er altijd zijn,
want Hij die vanuit de hemel getuigt, is trouw.’

13 Maar toch hebt U uw uitverkorene
van U weggedaan en hem verworpen.
U bent boos op hem geworden.

14 U hebt uw verbond met uw dienaar vernietigd
en hem de kroon van het hoofd gestoten.

15 Zijn muren hebt U afgebroken
en zijn sterke burchten tot puin gemaakt.
Copyright information for NldHTB